Hot topic binnen de sector van de klassieke muziek is de vraag: hoe interesseer je jongeren voor klassieke muziek (zie hier, hier of hier), bijvoorbeeld voor het genre van de opera? Hoe krijg je hen zover dat ze Lady Gaga en Miley Cyrus vaker links laten liggen voor Mozarts Zauberflöte, Rossini’s Barbier of zelfs Wagners Ringcyclus?
Eerlijk gezegd was ik zelf vroeger nooit zo’n fan van opera. Het raakte me gewoon niet zo snel. Maar als íets er toch voor zorgde dat ik door opera’s geraakt werd dan is het wel er zelf in mee te zingen. Want hoe beter leer je begrijpen wat er op het podium gebeurt – en waarom? Twee recente voorbeelden uit mijn eigen ervaring.
(Foto: Muziektheater Transparant / Julie De Meester.)
Jongerenoperaproject van Muziektheater Transparant
Afgelopen augustus deed ik mee aan het – overigens zeer betaalbare – operaproject van het Antwerpse Muziektheater Transparant, speciaal voor jongeren. Het idee is simpel: repeteer twee weken met zangers en instrumentalisten van 15 tot 25 jaar en geef 7 voorstellingen. Compleet met decor, kostuums, licht- en geluidstechniek; ook zangcoach, repetitor en spelcoach ontbreken niet.
De laatste jaren stond Monteverdi op het programma, repertoire dat een amateurviolist normaal gesproken al niet zomaar voorbij ziet komen. Plus, hoe vaak speel je op die leeftijd in een orkest dat een geënsceneerde voorstelling begeleidt? Niet in de laatste plaats leren de deelnemers ook door de hechte groepsvorming de muziek te begrijpen en waarderen. De kans dat die jongeren later ook zulke concerten bezoeken, groeit flink door zo’n project.
Opera2Day met Medée
Momenteel zing ik bij het (project)gezelschap Opera2Day mee als koorlid in de opera Medée van Cherubini, een tijdgenoot van Mozart. Opera2Day is een jonge, verfrissende organisatie die het stereotype van de opera probeert te doorbreken. Eén van de manieren waarmee ze dat doen is, inderdaad, het laten deelnemen van jonge mensen aan de voorstelling.
Enerzijds geeft Opera2Day conservatoriumstudenten zoals ik een plaats in het ‘eigen’ (zeer goede amateur)koor. Niet in de laatste plaats een prachtige vanwege de hoge kwaliteit en de navenante recensies. Toch is het niet zo uitzonderlijk dat zangstudenten bij zoiets meezingen. Dat lokale koorzangers anderzijds een lied meezingen vlak voor de pauze, is wél uitzonderlijk. Het zijn er niet een paar, maar totaal steeds 150 man waarvan een groot deel scholieren.
Niet alleen is het een manier om jonge mensen kennis te laten maken met het luisteren naar een opera (voor de meesten de eerste keer) én meteen het zingen ervan. Belangrijker – voor de herinnering – heeft dat meezingen een ijzersterk dramatisch effect: de rest van het publiek weet niet wat het overkomt als een paar buurmannen en buurvrouwen ineens opstaan en uit volle borst meezingen. Het slingert werkelijk iedereen in de zaal met een enorme adrenalinestoot de pauze in!
Altijd óók participatie!
Participatie is één van de meest directe manieren om de kracht van klassieke muziek te ondervinden. Natuurlijk, het is niet de enige manier of een absolute voorwaarde. Wat te denken van al die vreemde talen waarin opera’s geschreven zijn? Of het feit dat een opname van akoestische instrumenten nauwelijks getrouw is aan de echte klank? (Zeker vergeleken met een band, die immers live al elektrisch versterkt speelt.)
Toch blijf ik erbij: willen we jongeren naar onze concerten krijgen, dan moeten we ze in elk geval ook de kans geven mee te doen!